Jannes Toxopéus groeide op in een zilt gezin. Zijn vader Mees was schipper bij de reddingmaatschappij en zelf ging hij op veertienjarige leeftijd het zeegat uit. Kort na zijn thuiskomst van een reis naar Indië moest de reddingboot "Insulinde" varen. Een blik van verstandhouding tussen vader en zoon was genoeg; Jannes ging mee. In de volgende uren nam hij deel aan een redding op het Borkumerrif, die met hoofdletters in de annalen van de reddingmaatschappij zou worden bijgeschreven... Er zouden voor Jannes vele reddingen volgen; als opstapper, motordrijver en daarna als stuurman op de "Insulinde" van Oostmahorn, later als schipper van de Terschellinger reddingboten "Brandaris" en "Carlot". Tijdens zijn actieve loopbaan was hij betrokken bij 161, soms zeer spectaculaire tochten en de redding van 508 personen van 17 verschilliende nationaliteiten. Hans Beukema brengt ons in ‘Dikke bries…’ onder meer aan boord van de