Het echtpaar Klein uit Amstelveen schraapt fl. 80.000,- bij elkaar voor een adoptiekindje uit Columbia. Lucy en Frank Klein maken een kennismakingsreis naar het weeshuis in Columbia en betalen de kosten vooruit. De vreugde wanneer het bijna zover is dat het meisje van Schiphol kan worden gehaald, slaat om in peilloos verdriet: twee dagen voor het meisje zal arriveren, komt het bericht dat ze is overleden aan dysenterie. Een week later ziet hun vriendin, de grondstewardess Lies de Wind, tot haar verbazing een klein Columbiaans meisje in de aankomsthal van Schiphol lopen, begeleid door een man en een vrouw. Ze herkent het meisje van foto's die ze bij het echtpaar Klein heeft gezien en aan het Volendammer popje dat ze vasthoudt. Op dat ogenblik begint een huiveringwekkende zoektocht, die een antwoord geeft op de vraag waarom honderden kinderen naar het Westen worden gebracht onder het mom van een betere toekomst.
