In dit boek bespreekt de auteur een moeilijk onderwerp. Er zijn nogal wat christenen die tobben over de vraag of ze gezondig hebben tegen de Heilige Geest. Dat tobben kan leiden tot vertwijfeling; zelfs tot suïcidale neigingen. Immers, de Bijbel zegt dat er voor die zonde geen vergeving bestaat. Wie in contact komt met mensen die de angst kennen, weet dat het heel moeilijk is hen ervan te overtuigen dat ze de Heilige Geest niet gelasterd hebben. Dit boek wil hulp bieden om met deze mensen echt verder te komen. De auteur bespreekt de teksten uit het Nieuwe Testament die gaan over de zonde tegen de Heilige Geest. Hij komt tot de conclusie dat Hebreeën 1O,26 heel wezenlijk is voor een definitie van 'de zonde tegen de Heilige Geest'. Daarnaast maakt hij enkele pastorale notities over dit onderwerp. Een leerzaam boek voor iedere christen. Vooral voor de christen die angst heeft de Geest gelasterd te hebben en voor hen die zulke christenen vaak in aanraking komen (bijvoorbeeld
