Maandag 7 mei 1945. Een grote menigte heeft zich verzameld op de Dam in Amsterdam. Twee dagen na de Duitse capitulatie ziet iedereen reikhalzend uit naar de komst van de eerste geallieerde troepen. Het is een stralende lentedag, mensen dansen op muziek uit draaiorgel 't Snotneusje, kinderen worden vermaakt met een poppenspel. Rond het middaguur volgt een vreugde-uitbarsting als een kleine Britse verkenningseenheid van de Polar Bears-divisie de Dam oprijdt. De voertuigen worden bedolven onder een uitgelaten mensenmassa. Vanuit hun steunpunt De Groote Club, op de hoek van de Kalverstraat en de Dam, kijken militairen van de Duitse Kriegsmarine toe. Rond en op de Dam bevinden zich leden van de Binnenlandse Strijdkrachten, maar ook gewapende Duitsers. De Polar Bears vertrouwen het niet helemaal en trekken zich terug aan de rand van de stad, wachtend op versterking. Enkele uren later, om 15:00 uur, breekt de hel los. Drama op de Dam vertelt het verhaal van de beruchte schietpartij op en om