Uil droomt over een wit konijn, en is treurig en eenzaam als hij wakker wordt. Maar daarziet hij het witte konijn lopen. 'Konijn, ik wilje graag hebben!' zegt hij verliefd. Ja, dat kent konijn, ze geeft zichzelf niet zo vlug weg: 'Ik ben van mijzelf!' Als ze samen schuilen voor een onweersbui, slaat Uil beschermend een vleugel om het bibberende konijn. Dat veroorzaakt een aardverschuiving. Het konijn zegt bij nader inzien jaop het aanzoek van Uil. En op de vraag van de uil waarom nu opeens wel, antwoordt het simpelweg: 'Warme vleugels!' Een vertederend prentenboek met een venijnig staartje, want alles heeft zo zijn consequenties. Maar wie droomt er nu niet, of je nou groot of klein bent, van 'warme vleugels'?