Onbewust van het feit dat een donkere gedaante hen vanaf de stadsmuren nakijkt, gaan Floris en Dolf op reis om de geheime opdracht van Rudolf de minstreel uit te voeren. Leendert de marskramer heeft Floris herkend als de weggelopen zoon van de smid. Met die wetenschap probeert hij op slinkse wijze een slag te slaan. Ondertussen beleven de jongens angstige avonturen op de Veluwe. De goedbedoelde hulp van Veerle maakt alles nog ingewikkelder. Eenmaal in handen van de woudmeester lijkt hun lot bezegeld. Waarom verdenken Jakob en Franck hen van spionage? En hoe zal het aflopen als de jongens in Utrecht naar het galgenveld worden gesleept? Komt er een redding? Of juist niet?