De menselijke capaciteit inzake de vermeerdering, van kennis met inbegrip van toepassing lijkt aan geen enkele grens te zijn gebonden. Maar hoe is het gesteld met het vermogen om de ware aard van het menszijn zelf diep te doorgronden? Zijn wij daartoe beter in staat dan reeds in de filosofie van Plato werd vastgelegd? De theorievorming in dit boek voert naar een antwoord op deze vraag. Dit antwoord is rechtstreeks praktisch toepasbaar voor zover het gaat om het persoonlijk functioneren van mensen in relatie tot elkaar.