Dit boek vertelt het verhaal van het uitgestrekte en doorgaans weinig gekende land tussen de Kaspische Zee en het westen van China. Vandaag is dit het grondgebied van de vroegere Sovjetrepublieken Kazachstan, Oezbekistan, Kirgizië, Turkmenistan en Tadzjikistan en van de Chinese provincie Xinjiang. Op het eerste gezicht lijkt de geschiedenis van deze regio in het hart van Eurazië een eindeloze opeenvolging van migraties door obscure volksstammen, van oorlogen en van rijken en dynastieën met amper uitspreekbare namen die even snel verdwenen als ze ontstonden. Nochtans vonden in dit deel van de wereld gebeurtenissen en ontwikkelingen plaats die, elk op hun manier, lang voor de opkomst van de westerse wereldhegemonie de loop en richting van de geschiedenis van Eurazië hebben bepaald. < > < >Het boek bespreekt de geschiedenis van Centraal-Azië aan de hand van de vraag hoe de hedendaagse politieke, taalkundige en religieuze kaart van de regio is ontstaan. Het staat ook stil bij wat de