In EEN HEMD IN DE WIND, Beurskens' nieuwe, hecht gecomponeerde bundel, vermengen zich haast vanzelfsprekend luchtigheid en melancholische bezinning, het alledaagse, tastbare dichtbije en het onvatbaar verre. De bundel bevat het grote, twaalfdelige gedicht 'Mijn broer Jezus', geschreven nadat aan de broer van de dichter de Christusrol in de Tegelse Passiespelen was toebedeeld. Al bij voorpublicatie in De Gids werd dit gedicht opgemerkt vanwege de volheid van de thematiek en de wijze waarop die vorm heeft gekregen. Elders voert Beurskens zijn lezers dan weer mee naar een rivier die opeens, midden in het gedicht, radicaal van stroomrichting verandert. We bezoeken een kroegbaas die veel wegheeft van S.T. Eliots 'apeneck' Sweeney, een voormalige bokser. Of we zitten kalm te genieten van een uitzicht over zee.