'O, ik dacht al, als dit de hemel is, is het een saaie boel. Alleen maar een strand met een verkleedhokje. Jij noemt dat hokje dus een hemelhutje. Dat klinkt wel leuk. Daar durf ik wel in.' In het verhaal 'Een hutje in de hemel' gaat Fionneke op reis naar de hemel om te zien waar oma nu woont.