'Vader, wat zal ik later worden?' vraagt Dvoirele aan haar vader, als deze zich vol lof heeft uitgelaten over zijn zoon, die volgens hem een groot talmoedgeleerde zal worden. 'Jij? Een méisje? Niets natuurlijk!'Het is met grote vreugde dat uitgeverij Vassalucci deel 5 in de gestaag groeiende Jiddische Bibliotheek kan aankondigen: voor het eerst verschijnt in het Nederlands een vertaling van een Jiddische roman van een vrouwelijke auteur.In 1936 publiceerde Esther Kreitman in Polen Een meisje van niets, dat het verhaal is van Dvoirele, dochter van een naïeve, wereldvreemde rabbijn en een labiele, aan moraalboeken verslaafde moeder. Ze groeit op in het sjtetl, waarbinnen het vrome gezin en de traditioneel patriarchale levenssfeer de nauwe grenzen van haar bestaan bepalen. Als veertienjarige drukt de zware last van de huishouding alleen op haar schouders, zonder enig uitzicht op een eigen, zinvolle toekomst. Met haar ouders en haar jongere broertje verhuist ze van het sjtetl naar een