Op de vraag van de uitgever iets over zijn nieuwe bundel te zeggen, antwoordde Van der Graft: 'Het gedicht dat de bundel opent heeft als eerste regels: Schuilt in het duistere huis een ongedurige dageraad, ja en dan? Voor mijn gevoel is de lezer daarmee voldoende ingelicht. Hij weet nu waar de titel vandaan komt. Er zijn zwaarmoedige en lichtvoetige versjes, diepzinnige en (schijnbaar) oppervlakkige. En waarschijnlijk mooie en lelijke. Onbenullige en magnifieke. Maak een keus!'