De tuin heeft altijd en overal dichters geïnspireerd. Sinds de tuin bestaat, zijn er tuingedichten. Denken we maar aan het scheppingsverhaal of aan Salomons Hooglied. 'Ik kan aan geen bloemkens denken, of ik denk aan poëzie,' schreef ook Guido Gezelle. Tuinen, bloemen en bomen staan in alle culturen symbool voor de goddelijke schoonheid en de aardse genoegens. De tuin is een toneel van observatie en waarneming, een plek waar de tijd verstrijkt, de plaats waar het individu bescherming zoekt tegen de wereld om zich heen... De tuin is een van de krachtigste metaforen voor zowat alle aspecten van het leven. Het is een plaats van liefde en wellust, van schoonheid en verval, van fysieke arbeid en geestelijke reflectie. Het is ook een plaats waar natuur en cultuur elkaar ontmoeten.In Een tuinman is een dichter bracht Paul Geerts de honderd mooiste tuingedichten uit de Nederlandstalige literatuur van de 19de en de 20ste eeuw samen. Daaronder veel bekende gedichten die terecht als klassiek