Sophie heeft het druk. Ze heeft een hardwerkende, veeleisende man, ouders en schoonouders die maar al te vaak een beroep op haar doen, een alleenstaande dochter met kind en zonder werk, en haar eigen handwerkwinkel met teruglopende omzet. Tijd voor zichzelf heeft ze al meer dan een jaar niet gehad. Ze voelt zich moe en futloos en dat wordt steeds erger. Langzamerhand verlangt ze alleen nog maar naar slapen... Met haar dochter Nella komt ze erachter dat ze zwaar overwerkt is. De dokter noemt het burnoutsyndroom, haar energievoorraad is op. Rust nemen is de enige remedie. Het valt Sophie heel zwaar om dit te accepteren. Met Nella's steun bedenkt ze manieren om taken en verantwoordelijkheden anders te verdelen. Ze dwingt zichzelf om uit te rusten en voor zichzelf op te komen, om weer van het leven te genieten en zo haar ziekte de baas te worden.
