Het zijn markante punten in het landschap. In een ver verleden door mensen aangelegd, en eeuwen in stand gehouden. Voor wie nog nooit een eendenkooi heeft gezien, ze zijn gemakkelijk herkenbaar aan de opduikende boomgroepen, de kooibossen, in het open landschap. Zeven zijn er nog op Terschelling. Drie in de open polder: de Landerumer- kooi, de Formerumerkooi en de Hoornerkooi. Vier liggen er ¿buitendijks¿, op de Grië. Van west nasar oost zijn het de Takkenkooi, de Jan Willemskooi, de Horrekooi en de Rimkeskooi. Een eendenkooi bestaat uit een min of meer rechthoekige open plas, de kolk, met daaromheen een brede bomen- en struikensingel. Aan de hoekpunten van de plas bevinden zich overdekte greppels, de pijpen. Met tamme eenden worden de wilde eenden zo¿n pijp in gelokt, gevangen en gedood. Eiwitrijk voedsel voor mensen is vaak een schaars goed geweest op het eiland. Wanneer dan ook het idee van eendenkooien komt overwaaien van de vaste wal, gaan de eilanders ruim gebruik maken van