Cees Nooteboom over de gedichten van Frans Budé ('De dichter van verrassingen'):'Zijn poëzie heeft iets verborgens, een stille wereld van verschuivingen, van bijna geluidloze bewegingen waarin de taal een eigen muziek maakt die bestaat uit een doorzichtig bouwwerk van nuances waarin je gedwongen wordt heel voorzichtig en nadenkend rond te gaan om je aan de heersende geluidloosheid aan te passen. Hier schreeuwt niets, terwijl het toch over grote thema's gaat, over dood en vergankelijkheid, over liefde, maar zonder ooit grote woorden te noemen. Het is of er in een andere kamer, vlak naast je, muziek gespeeld wordt die bestaat uit omkeringen en herhalingen, con moto. En met een heel eigen syntaxis, een hoogst particuliere zinsbouw, waardoor de zinnen eerder fluisteren dan hardop spreken. Pas als je goed luistert hoor je uit hoeveel fijnzinnige observaties de gedichten zijn opgebouwd, cycli van stad en landschap, van herinnering en ontmoeting'.