In 1927 worden bij de Nijmeegse politie de eerste twee vrouwen aangesteld. Annie van Velzen is een van hen en ze wordt politie-assistente bij het net opgerichte Bureau Kinderpolitie. Zij is inmiddels 33 jaar en ongehuwd. Ze is geboren in Den Haag als jongste kind van een in die tijd succesvolle 'koekbakker'. Nadat vader Van Velzen zijn bakkerij heeft overgedaan aan een van zijn vier zonen, verhuist de jonge Annie met haar ouders en een voormalige winkeljuffrouw naar Nijmegen. Daar is zij vanaf 1915 vooral actief in het rijke roomse verenigingsleven, waarin zij furore maakt en haar sociale talenten volop kan ontplooien. Ze geeft dan ook heel wat op, wanneer ze in 1927 de overstap maakt naar het Bureau Kinderpolitie. Daar wordt 'Juffrouw van Velzen', zoals ze haar hele verdere leven zal worden aangesproken, geconfronteerd met schrijnende sociale misstanden die schuilgaan achter bijvoorbeeld schoolverzuim of ongehuwd moederschap. Als de Tweede Wereldoorlog uitbreekt, moet ook Annie van