Een gepensioneerde leraar vestigt zich in een droomhuis op het platteland. Hij hoopt er samen met zijn vrouw Juliette te genieten van een welverdiende rust. Dat is echter buiten de bizarre buurman gerekend, die het echtpaar teistert met zijn bezoekjes. De ongenode gast dient zich dagelijks aan om klokslag vier en verdwijnt weer om zes uur. Deze man van weinig woorden (zijn conversatie beperkt zich tot 'ja' en 'nee') drijft het echtpaar tot wanhoop. Bovendien is hij gezegend met een weerzinwekkende eega. De leraar is te welgemanierd om de kleefpleister de deur te wijzen. De gevolgen van deze zwakheid zijn echter niet te overzien.'Amélie Nothomb schrijft alsof de dood haar op de hielen zit. Scherp en met ontzagwekkende snelheid. Haar dialogen zijn ijzersterk.' - Het Parool