Er zijn tijden geweest dat theologie de koningin der wetenschappen werd genoemd. Wat theologie was, stond vast en dat het een wetenschap was, voorbeeld voor andere wetenschappen, niet minder. Die tijden zijn sinds lang voorbij. Het wetenschapsbegrip heeft vele verschuivingen doorgemaakt. Niet alleen wat theologie is, werd hoe langer hoe onzekerder, maar ook of theologie nog wel paste onder de hoed van een - hoe wijd en uitgerekt ook - modern wetenschapsbegrip. Dat hoeft op zichzelf geen ramp te zijn voor de theologie. Er is een eeuwenoude traditie, stammend van Augustinus, waarin theologie niet als scientia (wetenschap) maar als sapientia (wijsheid) wordt opgevat. Het voortbestaan van theologie staat dus niet op het spel. Maar kan het vak als wetenschap voortbestaan en zijn plaats aan de universiteit behouden? Als een universiteit maar op een soort weten uit is, het natuurwetenschappelijke, maakt theologie weinig kans. Maar waarom ons gezichtsveld zo beperken? Universiteiten kennen ook
