'Nou zeg, ik heb dat duivelse woordenboek gelezen. De schrik sloeg mij om het hart, maar het ergste vind ik nog dat christenen, die zo'n mooie naam eigenlijk niet waard zijn, mij ervan verdenken de schrijver te zijn van zo'n antichristelijk boek.'Met kennelijk genoegen legt Voltaire een rookgordijn rond het auteurschap van het Filosofisch woordenboek, maar ook als strijd schrift tegen bijgeloof en onverdraagzaamheid.