Als aristocratische popularisator van het marxisme in Nederland, bewoog Frank van der Goes (1859-1939) zich op het snijvlak van politiek, kunst, geschiedenis en cultuur. Zijn bijdragen aan de 'socialismedebatten' in De Nieuwe Gids en De Kroniek vormen hier fraaie hoogtepunten van. Van der Goes brak niet alleen met de individualistische literatoren van De Nieuwe Gids over het vraagstuk van kunst en socialisme, maar ook met het sociaalliberale politieke milieu waarvan hij deel uitmaakte. Hij groeide uit tot geestelijk vader van de in 1894 opgerichte Sociaal-Democratische Arbeiderspartij (SDAP). Binnen die partij bevond Van der Goes zich op de linkerflank in het gezelschap van Herman Gorter en Henriette Roland Holst. In de crisisjaren van economische depressie, stalinisme en opkomend fascisme voelde de marxist Van der Goes zich steeds minder thuis bij de SDAP: zuiverheid van esthetisch en politiek beginsel vormden zijn inspiratie. Hij maakte de overstap naar de