Fred, enige zoon van het zeer bemiddelde Arnhemse echtpaar Suzan en Clement Kannegieter, ontworstelt zich na zijn middelbare school aan wat hij ervaart als een te materialistisch verstikkend milieu. Zijn dromerige, onevenwichtige natuur voert hem naar India, op zoek naar de mystieke kant van het leven. Daar komt hij in contact met Kumar, de jonge eigenaar van een thee-exportbedrijf. Met hem reist hij naar Sri Lanka waar hij aandoenlijk aanhankelijk bevriend raakt met een Singhalese leeftijdgenoot: een kansarme oorlogsinvalide. Ondanks verschillen in cultuur en achtergrond groeien de jongens steeds meer naar elkaar toe. Een kort verblijf tussendoor in Egypte en Syrië geeft het verhaal een extra dimensie.Meeslepend geschreven neemt het verhaal zijn lezers mee naar het aangrijpende einde als Freds ouders met de twee jongens in een Sri Lankees strandhotel die fatale tweede kerstdag doorbrengen.Willem Nieuwenhuyzen (1931) beschreef zijn fictieve hoofdpersonen tegen de achtergrond van