Lucien hoort thuis in het circus. Zijn vader is directeur van het Circus Cameo en heeft zijn hart verpand aan paarden. Lucien moet hogeschoolrijder worden. Maar zelf heeft Lucien een andere droom. Het liefst zou hij in de nok van de tent van trapeze naar trapeze vliegen. Samen met zijn broertje Gabber. Als The Cameo Brothers. Helaas is Gabber niet zo'n soort jongen. Die gaat al huilen als hij een handstand moet maken. Hij woont trouwens niet eens bij hen in de wagen. Hij zit op school in een internaat. Die zomer komt Gabber thuis. Lucien is blij, maar hij merkt ook dat het wel eens lastig is een jonger broertje te hebben. Vooral als je zelf zo hard over je toekomst moet nadenken. Daarbij heeft hij het heel druk: hij helpt in de stallen: verkoopt popcorn in de pauze, en heeft elke dag paardrijles. Van luchtacrobatiek lijkt niets te komen. Toch geeft Lucien het niet op en Gabber helpt hem.
