In Geboren in de jaren 30 neemt Arthur Kimpen de lezer mee naar zijn geboortedorp Tervant in Limburg. Hoe was het om in de eerste helft van de vorige eeuw los te komen uit het eigen, enge milieu? Het was een tijd waarin moeders streng maar rechtvaardig waren. Waarin vaders, die konden lezen noch schrijven, zich afbeulden in de mijnen en hun kinderen voorzichtig droomden van een ander leven, weg van het kleine dorp. De realiteit was echter dat de oudste dochters waren voorbestemd voor een leven in het klooster en dat zonen, zodra ze veertien jaar waren, verdwenen in de diepte van de koolmijn. Dit boek tekent het intieme portret van een verlegen, zachtaardig en dromerig jongetje. In de kleine verhalen worden de Grote Gebeurtenissen uit de vorige eeuw belicht. Een tijd waarin armoede, onschuld en het katholieke geloof een drie-eenheid vormden. Met de pastoor die dacht goed te doen, maar onderweg harten brak en levens overhoop haalde. Een tijd waarin dromen nog lang geen doelen waren met