* Een meeslepende roman, prachtig geschreven. Met een geweldig inlevingsvermogen verkent Kim Edwards de impact van een familiegeheim dat de grenzen van liefde en verzoening tart. - Ursula Hegi, auteur van Stenen van de rivier Op een stormachtige nacht vol sneeuw aan het begin van de jaren zestig verlost een jonge dokter zelf zijn vrouw. Tot hun verrassing wordt er een tweeling geboren. Helaas blijkt een van de kinderen het Down-syndroom te hebben. Omdat zijn vrouw door de verdoving te versuft is om te merken wat er aan de hand is, vertelt de dokter haar dat het meisje gestorven is. Hij geeft de baby mee aan een verpleegster, die haar meeneemt naar huis in plaats van naar een inrichting. De verpleegster voedt het kind op als was het van haarzelf. Dan ontspint zich een verhaal rond deze personages: de arts en zijn vrouw, de verpleegster die een partner krijgt en de kinderen die gescheiden opgroeien, maar elkaar door een speling van het lot uiteindelijk toch zullen ontmoeten. Een verhaal