Het was niet van mij. Ik had het niet laten vallen, maar de jongen zei van wel. Hij stond daar met zon ik-weet-het-gewoon-zeker gezicht. Ik lachte erom, maar vanbinnen voelde ik me een idioot. Ik had geen idee dat er iets belangrijks was gebeurd. Bij Rowan Clark thuis is niets zoals het zou moeten zijn. Haar oudere broer Jack is verongelukt, haar vader is vertrokken en haar moeder is sindsdien zwaar depressief. Rowan probeert zo goed als het gaat voor haar jongere zusje te zorgen, en voor de buitenwereld verborgen te houden dat alles verkeerd gaat. Maar dat lukt steeds minder goed. Wanneer ze op een dag in de supermarkt in de rij staat, tikt een onbekende jongen op haar rug. Hij geeft haar een negatief, dat ze volgens hem heeft laten vallen. Rowan weet van niets, maar neemt de foto uiteindelijk toch aan, omdat ze geen opschudding in de supermarkt wil veroorzaken. Op de foto ziet ze vaag een wijdopen mond. Wanneer de foto wordt afgedrukt, schrikt Rowan: op de foto staat haar overleden