Tijdens hun vakantie in de Veluwse bossen, wordt Roel, de jongste zoon van de familie Geerlings, in elkaar geslagen en in het bos achtergelaten. Gelukkig wordt hij door iemand gevonden. De volgende dag krijgen Jan en Greet, de ouders van Roel een briefje van een onbekende met het verzoek om langs te komen. De afzender blijkt Janna Jonkers te zijn, een oude vrouw die al jarenlang in het jachthuis woont. Zij heeft zich volkomen van de buitenwereld afgesloten en toch helpt ze Roel. Waarom? Langzaam maar zeker ontstaat er een vriendschap tussen de familie Geerlings en Janna Jonkers. Zal Janna in staat zijn om weer lief te hebben of zal het verleden haar blijven achtervolgen? Greet vraagt zich af waar Janna de kracht vandaan haalt om door te gaan. Als zij de dagboeken van Janna leest begrijpt ze het. Martin Rutgers schrijft over eenzaamheid, maar ook over de kracht die God schenkt wanneer het leven moeilijk is.
