Op 20.02.2002 ontmoet Stijn Festraets in de Eucheriuskapel van Brustem de mooie, excentrieke uitwisselingsleerlinge Fleur Chevalier uit Orléans. Ze praten er met elkaar en dan blijkt dat ze allebei met een moeilijke periode uit hun leven blijven worstelen. Fleur krijgt sinds een tweetal jaar visioenen waarin de Heilige Eucherius en een meisje met een paarsblauwgroenig bloempje opduiken. In de loop van het verhaal wordt het voor beide jonge mensen een heuse obsessie om zo'n bloempje ook te vinden. Het leven van de heilige Eucherius speelt in die queeste een belangrijke rol. De verbannen bisschop uit Orléans duikt meer dan eens op als ze samen op zoek zijn. Als de twee jongeren van een theaterbezoek in Keulen terugkeren, slaat het noodlot toe. Stijns Saab wordt van de weg gereden. Fleur raakt in een coma. Nog meer houdt de queeste naar de bloem van Eucherius haar cher copain Stijn in de ban. Alles heeft hij ervoor over om z'n vriendin, die hij amper twee maanden kent, te laten
