Tijdens hun onderzoek naar de lijkwade van Turijn en het oeuvre van Leonardo da Vinci stuitten Lynn Picknett en Clive Prince op aanwijzingen dat er een geheime, ondergrondse godsdienst zou hebben bestaan. In een Engelse kerk vonden zij vervolgens het bewijs voor het voortbestaan van deze gidsdienst tot op de dag van vandaag. Deze vondsten vormden het begin van een speurtocht die hen zou voeren tot in het hart van het Europese occultisme en de geschiedenis van de vrijmetselaars, de katharen en de tempeliers. Cruciaal was hun ontdekking van de centrale rol die (gewijde) seksualiteit binnen deze 'ketterse' stromingen speelde en het belang dat gehecht werd aan het vrouwelijk principe. Het spoor voerde terug naar de eerste eeuw na Christus en bracht een dramatische verandering teweeg in hun visie op de ware aard en motieven van Jezus Christus en de rol die Maria Magdalena en Johannes de Doper hebben gespeeld, een rol die door de rooms-katholieke kerk stelselmatig is ontkend en vervormd. De