Andre Brink, een van Zuid-Afrika?s meest vooraanstaande schrijvers, die in zijn boeken zo onverbloemd blijk geeft van zijn veroordeling van de politieke en maatschappelijke verhoudingen in zijn land, heeft zich in deze roman de moeilijke taak gesteld als verteller en hoofdpersoon een blanke Zuid-Afrikaanse nationalist aan het woord te laten. Martin Mijnhardt, een rijke ondernemer, gaat voor een weekend van uit Johannesburg naar de oude familieboerderij in de Oostelijke Kaap om de verkoop daarvan te regelen. Van vrijdag tot en met maandag ziet hij zich gedwongen zijn hele leven de revue te laten passeren en antwoord te geven op de vragen en problemen die zich via de mensen in zijn naaste omgeving aan hem opdringen. Het wordt een nachtmerrie, waarin hij wordt geconfronteerd met de veroordeling tot levens lang van zijn beste vriend, de advocaat Bernard Franken, op grond van de wetten op het terrorisme en het communisme; met de herinnering aan zijn een jaar eerder overleden vader, die een