Op 2 april 1595 voeren vier gloednieuwe schepen het Marsdiep bij Texel uit. De aanvoerders van deze kleine vloot, Cornelis de Houtman en Pieter Dirksz. de Keyser, hadden opdracht de weg naar Indi e vinden en er hun schepen vol te laden met winstgevende specerijen als peper, kruidnagelen, foelie en nootmuskaat. Het zou het startschot zijn voor bijna vier eeuwen handel, uitbating en overheersing van Nederlanders in de Indonesische archipel. Formeel eindigde de koloniale relatie in 1962, toen Nederland gedwongen werd ook zijn ‘laatste bastion in de Oost’, Nieuw-Guinea, op te geven – maar de verwerking van dit koloniale verleden is een proces dat voortduurt tot op de dag van vandaag. Deze Geschiedeniswerkplaats gaat over de langdurige koloniale relatie tussen Nederland(ers) en Nederlands-Indi zoals de Indonesische archipel werd genoemd nadat zij in 1815 (opnieuw) in bezit werd genomen. Het is een van de twee onderwerpen van het Centraal Examen Geschiedenis in 2007 en