Desiderius Erasmus van Rotterdam (ca. 1467-1536) staat al vermeld in de geschiedenisboekjes van de lagere school. Hij was filoloog, pedagoog en theoloog, maar als we hem ergens van kennen is het van de 'Lof der zotheid'. Toch heeft hij vele andere werken geschreven die een groot publiek aanspreken. Samen met zijn uitgebreide correspondentie geven zij een levendig beeld van West-Europa in de vroege zestiende eeuw, een periode waarin de renaissance-mens de middeleeuwse leefwereld definitief vaarwel zegde.Een van de boeiendste werken is de verzameling 'Colloquia' of 'Gesprekken'. Begonnen als een reeks korte dialoogjes om leerlingen op speelse manier Latijn te leren spreken, werden zij geleidelijk ingewikkelder en groeiden uit tot echte gesprekken: levendig, vol humor en ironie, en met een kritische blik op de maatschappij. Een opvallend groot aantal gesprekken is gewijd aan vragen omtrent de situatie van de vrouw. Een andere, schier onuitputtelijke bron van discussie vormt de religie,