Voor mij is een auto een blik op wielen, met een motor erin en een toeter erop: pas op, daar kom ik aan. Hij wordt verondersteld me van A naar B te brengen zonder onaangename verrassingen onderweg. Wanneer we lang samen hebbengetrokken ontstaat er een band, dat wel, en als ik hem ten slotte naar de sloop breng bekruipt me een gevoel van ondankbaarheid. Hij heeft geen ziel, sus ik mijn geweten, maar bewijzen kun je het natuurlijk niet. Toen Tessa de Loo door het autoblad Carros gevraagd werd om vaste columniste te worden, was het bovenstaande haar eerste reactie. Haar ambivalente houding is sindsdien weinig veranderd: een auto is niet meer dan een gebruiksvoorwerp, maar wel een waaraan je emotioneel gehecht kunt raken. Als de heilige koe aanbeden moet worden, betoont Tessa de Loo zich kortom een agnost.Ze maakt er geen geheim van dat een comfortabele eigen auto haar zeer van pas komt tijdens haar vele reizen tussen Nederland en de landen waar ze woont (Portugal, en sinds kort ook