Een jongen krijgt een erfenis van zijn verre oom. Het is een goochelkist. Hiermee kan hij weesmeisjes doorzagen. Omdat hij geen weesmeisjes kent, probeert hij de truc uit op zijn vader, die immers óók geen ouders meer heeft. Pap schreeuwt als hij in de goochelkist ligt, maar zoonlief zaagt dapper door.