De kater staarde nu gebiologeerd naar de grijze lap. Bliksemsnel probeerde hij de grijze lap te pakken te krijgen met zijn poot. Merlijn was net iets sneller. Plagend trok hij de stofdoek weg. Merlijn had het touw bijna helemaal binnengehaald. De lap hing net onder hem in de hoek van het balkon. Caspar stond op zijn achterpoten te graaien naar de stofdoek. Merlijn lachte zachtjes. Er viel een schaduw over hem heen. De kat stootte een vreemde angstkreet uit en stoof weg. Tegelijkertijd voelde Merlijn hoe iemand hem van achteren beetpakte en optilde. Hij werd over de rand van het balkon geduwd. Onder hem gaapte de diepte. Hij kon zelfs niet schreeuwen. Alleen zijn handen klemden zich aan de rand van het hek...