Begrippen als 'sport', 'spel', 'bewegen', 'lichamelijke opvoeding' en 'fitness' worden in de dagelijkse omgangstaal niet zelden over één kam geschoren. Vaak is het echter noodzakelijk aan te geven waar de grenzen moeten worden getrokken tussen sport en niet-sport. Welke activiteiten komen bijvoorbeeld in aanmerking voor financiële ondersteuning ? Ook de vakgebieden van de sportgeneeskunde, sportethiek en sportrecht stuiten voortdurend op de vraag waar precies de grenzen lopen tussen sport en niet-sport. Duidelijkheid hierover is voor een transparante uitvoering van beleid onmisbaar.Deze studie, die als proefschrift werd verdedigd bij de Universiteit van Tilburg, geeft een uitvoerige conceptuele analyse en schept helderheid in het sportbegrip. Daarbij staan verschillende vragen centraal. Is sport altijd gericht op competitie? Zijn sport en bewegen onlosmakelijk met elkaar verbonden? En ook: wat is een game? Wat is play? Wat is bewegen? Wat is competitie? Wat is fair play? Grenzen