Het grondrecht op behoorlijke rechtspleging, ook wel genaamd het grondrecht op behoorlijke rechtspraak, en het grondrecht op de vrijheid van meningsuiting, in het publiek en politiek debat, vormen het onderwerp van 'Grondrechten tegen, jegens en voor de overheid'. De genoemde grondrechten worden bezien op basis van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, EVRM, en in het licht van de jurisprudentie dienaangaande van het in Straatsburg zetelende Europese Hof voor de rechten van de mens, EHRM. De kernvraag in dit boek is of ook aan de overheid - en niet alleen aan burgers en private rechtspersonen - een beroep op deze twee in het EVRM verankerde grondrechten toekomt. De auteur behandelt deze vraag tegen de achtergrond van enkele uitspraken van de Hoge Raad der Nederlanden, HR, in het bijzonder het Rost van Tonningen-arrest. In dit arrest besliste de HR dat ook de overheid in een publiek debat aanspraak heeft op het zowel in de