Doodstil hangt Arno boven de afgrond. Beneden wachten de gevaarlijke dieren tot hij zal vallen. En wat dacht je van de puntige rotsen, de stekelige struiken? Als Arno maar niet valt! Hij mag niet loslaten! Gelukkig loopt het goed af met de kleine Arno. Een grote jongen uit groep acht haalt hem van de rekstok op het plein. Arno maakt van de zandbak een woestijn, en van de sigaret in de asbak een vuurspuwend monster. Hij krijgt op z'n kop als hij op de tuinslang gaat staan. Ziet de buurman dan niet dat Arno de stad heeft gered van een woeste waterstroom?