Meestal is Haas en Kip aan. Dik aan zelfs. Maar soms is Haas en Kip ineens uit. En op een dag is Haas en Kip zomaar op. Het is op, riep Kip. Haas en Kip is op. Op? Hoe bedoel je op? vroeg Haas. Zoals een taart? Kip knikte. Haas dacht na. Als je taart eet heb je feest. Tot de taart op is, zei Kip. En er geen kruimeltje meer over is. Goh, zei Haas en slikte even. Poe, poe zei Kip, en ze zuchtte diep.