Dit handboek astrologie dient een drievoudig doel. De geïnteresseerde leek die wat aan de astrologie wil snuffelen krijgt een helder beeld van dit kennisgebied in haar geheel. Voor de beginnende astroloog is het de breedst denkbare introductie in het astrologisme van tekens, huizen, planeten en aspecten. En voor de meer gevorderden biedt het niet alleen een blik op recente vernieuwingen, zoals het invoegen van de zogeheten zwarte lichten in het systeem, maar ook een nieuwe kijk op de basis waaruit deze eeuwenoude wetenschap is voortgekomen. De inhoud van dit boek is bovendien zeer verhelderend inzake vele tot nu toe wat duistere onderdelen van de astrologie, zoals de verhogingsgraden, de maansknopen en de koppelingen tussen planeten en tekens. De integrale visie van de auteur blijkt verder uit het feit dat hij vanuit slechts zes principes warm, koud, droog, vochtig, licht en donker de betekenissen van de verschillende astrologische bouwstenen afleidt. Daarmee ontdoet hij de
