Anna den Heijer is moeder van een onzichtbare tweeling, Hannah en Nina. Toen ze twintig weken zwanger was, kreeg ze te horen dat haar dochter een zeldzame skeletafwijking had: campomele dysplasie. Ze werd voor een onmenselijke keuze gezet. Dit boek beschrijft hoe Anna na het overlijden van Hannah toewerkt naar een waardig afscheid voor haar ene dochter en een warm welkom voor haar andere dochter. Een boek over vallen, opstaan en doorgaan. Over verdriet en rouw, maar ook over kracht en liefde.