Het is 1913. Het leven van de aristocratische Inghams staat op het punt om voorgoed te veranderen. Niet alleen dat van hen: ook het leven van de familie Swann, waarvan het lot onlosmakelijk is verbonden met dat van de Inghams, krijgt een drastische wending. Charles Ingham, de zesde graaf van Mowbray, woont samen met zijn vrouw, Felicity, en hun twee zoons en vier dochters in het imposante landhuis Cavendon Hall. Walter Swann is kamerdienaar van de graaf. Zijn vrouw, Alice, een kundig naaister, is verantwoordelijk voor de garderobe van de gravin en maakt ook de kleding voor de dochters. Al honderdzestig jaar leven de twee families in harmonie naast en met elkaar. Maar nu, door de dreiging van de Eerste Wereldoorlog, worden allen op de proef gesteld. Trouw is geen vanzelfsprekendheid meer en verraad ligt altijd op de loer. In deze onzekere tijd is één ding zeker: deze twee families zullen nooit meer hetzelfde zijn.