'In de voorbede of het gebed van de gelovigen oefent het volk zijn priesterlijk ambt uit en bidt het voor alle mensen', lezen we in de Algemene inleiding op het Romeins Missaal. Er dient dan gebeden te worden ' ...voor de heilige kerk, voor alle overheidspersonen, voor hen die onder verschillende noden gebukt gaan, voor alle mensen en voor het welzijn van heel de wereld'. Een wereldwijd programma dus, dat in elke tijd zijn eigen invulling zal krijgen, want nood en welzijn zijn weliswaar van alle tijden, maar ze vertonen zich telkens in andere gedaanten. Bidden is een bezigheid die zich - alhoewel de mens, zich daarin richt tot de Eeuwige in den hoge - afspeelt in de biotoop van de mens: de wereld van vandaag, waarin vreugde, liefde, extase, verveling, euvels, ongerieven en allerlei vormen van ongerechtigheid godsgenadig naast elkaar floreren. Heel die wereld vormt het onderwerp van ons gebed. Op enkele na kennen alle voorbeden in dit boek de klassieke opbouw: oproep tot gebed, het