Liber Vite Meritorum is het tweede van haar drie visioenboeken. De centrale figuur in de zes visioenen is een reusachtige man die van in de hoge hemel tot in de diepe afgrond reikt. In het eerste visioen zegt de auteur dat deze alles beheersende figuur God is, maar verder wordt hij meer christologisch geduid, en in het laatste visioen noemt hij zichzelf de vleesgeworden Zoon. De rode draad in deze visioenen is de strijd tussen goed en kwaad in de vorm van twistgesprekken tussen ondeugden, die als monsterachtige gedaanten verschijnen, en de corresponderende deugden die alleen als stem voorkomen. Na de twistgesprekken geeft een 'stem uit de hemel' commentaar bij het visioen en de ondeugden. Daarna volgt er nog een beschrijving van de straffen die bij de verschillende zonden horen, en die straffen kan de mens tijdens zijn leven als boetedoening gebruiken. Dit boek geeft zowel de Latijnse als de Nederlandse vertaling, die naast elkaar gezet zijn.
