Een vurig pleidooi voor de studie van de klassieke letteren, afgewisseld met felle aanvallen op de `barbaren': tijdgenoten van Erasmus die de jeugd van de klassieken probeerden af te houden met een beroep op godsdienst en moraal. Erasmus schreef Het boek tegen de barbarij oorspronkelijk als jongeman. Het speelt in de jaren 1490 en heeft de vorm van een dialoog tussen Erasmus en enkele geestverwanten. Plaats van handeling is Erasmus' toenmalige buitenverblijf bij Bergen op Zoom. Gezeten onder een perenboom bespreken de jonge humanisten de toestand van de westerse beschaving. Hoe heeft die na de Oudheid zo diep kunnen zinken? Het onderwijs krijgt de schuld. Onbekwame schoolmeesters houden de onwetendheid in stand, gesteund door geestelijken die de klassieke auteurs verketteren.