In deze inleiding in de Griekse metafysica is de filosofie iets dat nog gemaakt moet worden, niet door de auteur maar door de lezers. Het is niet de bedoeling dat zij consumerend kennis nemen van filosofische gedachten als wetenswaardige zaken die door vakmensen helder kunnen worden uitgelegd, maar dat zij zelf op filosofische gedachten komen en filosofen worden, minstens in die zin dat hun gevoel voor wijsgerige en metafysische problemen wordt gescherpt. Daarom kiest de auteur niet voor een beknopt overzicht van de geschiedenis van de antieke metafysica maar beperkt hij zich voornamelijk tot slechts drie denkers: Parmenides, Plato en Aristoteles. Aan eik van deze figuren wordt een aspect van de metasica toegelicht, in de titel van dit boek aangeduid als 'het dat' (de aandacht voor het feit dat er überhaupt iets is en niet niets), 'het wat' en 'het waarom'.