In de loop der jaren heeft Hella S. Haasse een aantal autobiografische boeken geschreven: Zelfportret als legkaart (1954), Persoonsbewijs (1967), Krassen op een rots (1970) en Een handvol achtergrond (1993). Het beste hieruit verzamelde zij in Het dieptelood van de herinnering, waardoor de lezer de ontwikkelingsgang van de schrijfster op de voet kan volgen. Ze schrijft over haar kinderjaren op Java en in Nederland, haar studententijd, haar moederschap, ze doet verslag van haar reis naar Indië in 1976, analyseert haar eigen werk en formuleert de grondgedachten van haar gehele oeuvre. Voor wie meer wil weten over het leven en het werk van Hella S. Haasse is Het dieptelood van de herinnering een belangwekkend document.