Londen, 1825. Als haar dierbare voogd onverwachts sterft, wordt Cerynise Kendall door de zoon des huizes Alistair op straat gezet. Aangeslagen en berooid besluit de jonge Cerynise terug te keren naar haar geboorteland Amerika.Tot haar grote opluchting blijkt in de haven het schip te liggen van een oude jeugdvriend kapitein Beauregard Birmingham. Cerynise beseft dat hij de enige is die haar toekomst aan de andere kant van de oceaan kan veiligstellen en klampt zich aan hem vast. Beauregard is niet blij met zijn onvoorziene gast, die, bovendien geen rooie cent heeft. Maar hij moet toegeven dat hij zeer gecharmeerd is van deze sensuele mooie vrouw. Onder zijn stoere, harde uiterlijk, klopt een hart zo groot en wild als de Atlantische Oceaan. Als Alistair om persoonlijk bejag Cerynise komt opeisen en dreigt het schip niet uit te laten varen als hij haar niet meekrijgt, kan Beau maar één ding doen: hij biedt Cerynise een huwelijk aan. Maar nóg wordt het geen rustige overtocht. Ziedende