Op fluwelen poten gleed de leeuw door de duisternis en bleef recht onder Yarim staan. De spieren spanden zich. De staart lag roerloos in het zand. Yarim zocht naar een manier om zijn vader te waarschuwen. Maar hoe? Als hij riep zou hij de aandacht van de leeuw op zich vestigen, en dat was het laatste wat hij wilde. Vanaf de plaats waar hij zat leek de leeuw niet eens zo erg groot. En in een flits schoot door hem heen hoe hij het dier kon tegenhouden. Hij pakte zijn speer met beide handen vast en liet zich als een adelaar uit de boom vallen. Met grote kracht dreef hij de speerpunt in het gespierde lichaam. Er klonk een woest gebrul door de nacht. Verbaasd maaide de leeuw met zijn poten in het rond. Yarim rolde door het zand, weg van die vlijmscherpe klauwen. Maar de leeuw kwam wankelend achter hem aan. Onverwacht richtte het dier zich op en stortte zich met een rochelend gebrul naar voren... Het gouden oog is een historische roman, die speelt in het gebied dat nu Irak heet. Om dit boek