De Botanische Tuin TU Delft is het geesteskind van prof.ir. Gerrit van Iterson jr. (1878-1972), hoogleraar in de microscopische anatomie. Hij vond dat wetenschappelijke kennis moest worden ingezet bij het oplossen van praktische problemen in de maatschappij. Planten speelden daarbij een belangrijke rol. Van Iterson geloofde dat als men meer inzicht zou krijgen in de anatomie van planten, dit ook meer inzicht zou geven in hun technische mogelijk heden. Aan het begin van de twintigste eeuw zat de industrie te springen om technologen die goed op de hoogte waren van de industriële toepassingen van plantaardige materialen, voor een groot deel afkomstig uit Nederlands-Indië. Van Itersons leerstoel, waarin microscopische anatomie werd gecombineerd met kennis van botanische grondstoffen, speelde in op deze behoefte. In 1917 werd de Cultuurtuin voor Technische Gewassen - de huidige Botanische Tuin - in gebruik genomen. In honderd jaar ontwikkelde deze zich tot een groen laboratorium waarin